8.
Stufen
(1970)

Naar de Luisterwijzer

Play Deel 1: Bewegt

Play Deel 2: Mäßig langsam

Play Deel 3: Sehr ruhig

Play Deel 4: Mäßig bewegt

Vanaf de zestiger jaren had Niël grote interesse in het werk en de ideeën van Hermann Hesse, vooral de roman Das Glasperlenspiel (1943) maakte grote indruk op hem. Zeker 7 werken heeft hij tussen 1970 en 1975 gecomponeerd op teksten van deze dichter en romanschrijver. Daaronder deze cantate voor gemengd koor (a capella) en het gedicht Schauspiel in Niëls opera Wege (zie 11a).
Hermann Hesse (1877-1962) bracht als eigenzinnig, moeilijk hanteerbaar kind zijn jeugd door in kostscholen. Hij maakte geen studie af, maar ontwikkelde zich met name door het lezen van de wereldliteratuur in de bibliotheek van zijn grootvader, filosoof, gerenommeerd taalkundige en, zoals Hesse's piëtistische ouders, missionaris in India. Vandaar ook Hesse's belangstelling voor de Indiase cultuur en het boeddhisme. Ook is er invloed van de analytische psychologie van Carl Jung, bij wie hij in therapie ging. Hij huwde drie keer; zijn eerste vrouw leed aan schizofrenie, zijn tweede vrouw verliet hem na drie jaren, in 1931 huwde hij met een Joodse kunsthistorica. Zijn sterk autobiografische romans en dichtbundels hebben in golven grote invloed gehad: na WO I op de jeugdbeweging in Duitsland (Wandervogel), na zijn Nobelprijs voor literatuur in 1946, en na zijn dood in 1962. Al vanaf 1923 verhief hij zijn stem tegen het opkomende nazidom en het fascisme; zijn huis aan het meer van Lugano (Zwitserland) werd vanaf 1932 een toevluchtsoord voor veel vervolgde Duitse schrijvers (onder andere Thomas Mann en Bertolt Brecht). Zijn romans en gedichten houden zich vooral bezig met persoonlijke ontwikkeling en groei.
Stufen werd gecomponeerd voor het (amateur!)koor Camera Musica Mosana, in 1961 opgericht door Jean Wolfs, de toenmalige cantor-organist van de OL Vrouwekerk in Maastricht. Reeds eerder in 1970 was de première van Niëls cantate Mors et Vita, eveneens voor dit koor geschreven. De eerste uitvoering van Stufen was in een radio-uitzending van de AVRO in maart 1975.
  • Bezetting: sopranen, alten, tenoren, bassen
  • Delen: 1. Bewegt, 2. Mäßig langsam, 3. Sehr ruhig, 4. Mäßig bewegt.
  • Uitvoering: Studium Chorale*) o.l.v. Eric Hermans
  • Opname*): ROZ 13 mei 1986, CD Gestalten
  • Uitgave: Donemus
*) Studium Chorale: In 1972 op initiatief van studenten van het Maastrichts Conservatorium opgericht, aanvankelijk ter uitvoering van Oude Muziek. Van 1972-1998 onder leiding van Eric Hermans, spraak- en zangleraar aan de toneelschool Maastricht. Vanaf 1982 werd het repertoire verbreed naar andere stijlperioden, m.n. ook contemporaine muziek. Sinds 2005 is Studium Chorale een professioneel kamerkoor onder leiding van Hans Leenders. *) Opname:Deze opname is van een door Stichting Intro i.s.m. de componisten Delnooz, Slangen en Dragstra, Heppener en Margriet Ehlen opgezet project Limburgse Componisten, enkele weken later ook uitgezonden door de KRO. Een van de redelijk zeldzame keren dat Niël zich over een uitvoering zeer tevreden toonde.
  Stufen
1) Wie jede Blüte welkt und jede Jugend
Dem Alter weicht, blüht jede Lebensstufe,
Blüht jede Weisheit auch und jede Tugend
Zu ihrer Zeit und darf nicht ewig dauern.
Es muß das Herz bei jedem Lebensrufe
Bereit zum Abschied sein und Neubeginne,
Um sich in Tapferkeit und ohne Trauern
In andre, neue Bindungen zu geben.
Und jedem Anfang wohnt ein Zauber inne,
Der uns beschützt und der uns hilft, zu leben.
  Fasen
Zoals elke bloem verwelkt en iedere jeugd
voor ouderdom wijkt, bloeit elke levensfase,
bloeit iedere wijsheid ook, heeft elke deugd
zijn tijd en kan niet eeuwig duren.
Het hart moet bij iedere levensroep
bereid tot afscheid zijn en nieuw beginnen
om zich dapper en zonder spijt
te wijden aan andere, nieuwe dingen.
Bekoring schuilt in elk nieuw beginnen
dat ons beschermt en leven helpt.
2) Wir sollen heiter Raum um Raum durchschreiten,
An keinem wie an einer Heimat hängen,
Der Weltgeist will nicht fesseln uns und engen,
Er will uns Stuf’ um Stufe heben, weiten.
Blijmoedig moeten we alle stadia doorlopen
en niet blijven hangen als aan een vaderland
De wereld wil ons niet kluist'ren en benauwen,
maar tree voor tree verheffen en verruimen.
3) Kaum sind wir heimisch einem Lebenskreise
Und traulich eingewohnt, so droht Erschlaffen
Nur wer bereit zu Aufbruch ist und Reise
Mag lähmender Gewöhnung sich entraffen.
Nauwelijks thuis in eigen levenskring
Genoeglijk ingeburgerd, of er dreigt verslappen.
Alleen wie bereid is te vertrekken en te reizen
kan zich de verlammende sleur ontrukken.
4) Es wird vielleicht auch noch die Todesstunde
Uns neuen Räumen jung entgegensenden
Des Lebens Ruf an uns wird niemals enden...
Wohlan denn Herz, nimm Abschied und gesunde!
En zelfs al zal het stervensuur misschien
ons ook nog nieuwe ruimten schenken,
de roep van het leven zal nooit zwijgen…!
Vooruit dan, hart, neem afscheid en word gezond
  vertaling: Evert van Leerdam
Luisterwijzer
Deze indrukwekkende compositie munt uit door heldere structuren/opbouw en een heel sober gebruik van steeds dezelfde muzikale middelen. Daardoor wordt een hecht samenhangend klankbeeld bereikt, terwijl door flonkerende nuances toch een rijk palet aan expressie en zeggingskracht wordt ge‘toon’d.
Eens te meer geldt ook hier de oude muzikale stelregel: “in der Beschränkung zeigt sich der Meister!”
Verticaal valt op dat de samenklanken prachtig met elkaar harmoniëren, steeds nuances hebben van dezelfde kleuren: de luisteraar ervaart een klankenwereld, waarmee hij spoedig vertrouwd raakt. Horizontaal is het woord-ritme van Hesse's tekst leidend. Bovendien worden de mogelijkheden van de dynamiek (sterk-zacht) zeer treffend aangewend om extra betekenis en expressie teweeg te brengen.
1. Bewegt
De muziek ‘valt met de deur in huis’: de sopranen beginnen met een nogal explosieve syncope waarna het koor krachtig samenkomt op welkt, om vervolgens de tekst in stapvoets-ritme voor te dragen. Daarbij hanteert Niël vrijwel steeds kleine, imiterende melodische bewegingen (de stemmen ‘lopen elkaar achterna’). Imitatie is ook zijn manier om kernwoorden als bijvoorbeeld Abschied en Tapferkeit extra reliëf te geven. In regel 9–10 legt hij muzikaal verband met het begin (dan is de cirkel rond): onder andere vindt het woord welkt in regel 1 hier tegenpolen in de samenklanken op Zauber en Leben.
2. Mäßig langsam
De 2de strofe heeft bij Hesse 8 regels, Niël splitst dat in deel 2 en 3, elk bestaande uit 4 regels. Was in deel 1 imitatie de manier om betekenis en zeggingskracht teweeg te brengen, hier is dat de variërende herhaling: de stemmen brengen delen van de tekst meteen een tweede keer, maar op een andere muzikale manier ge‘toon’d, zodat meerdere betekenisvolle facetten van hetzelfde worden gepresenteerd en diepgang ontstaat. Let ook op de uitgebreide muzikale weergave van Stuf’ um Stufe en de adembenemende akkoordbeweging op weiten.
3. Sehr ruhig
Ook hier die variërende herhaling, maar anders dan in deel 2: Niël brengt drie regels en herhaalt die vervolgens op een andere muzikale manier. Zo worden meerdere facetten belicht van woorden als heimisch, traulich, Aufbruch, Reise. Daarbij is in dit deel melisme een belangrijk middel om een woord aandacht en uitdrukking te geven: een kleine slinger van noten op één lettergreep, terwijl de andere stemmen meestal met lange tonen ‘ruhig’ wachten. Let op: de laatste regel begint met een krachtige, door allen eenstemmig gezongen grote septiem op Mag, hoor ook het felle ritme waarmee de muziek zich tenslotte ‘losrukt’.
4. Mäßig bewegt
Hier gebruikt Niël alle muzikale middelen, die in de voorgaande delen ontwikkeld zijn, de aandachtige toehoorder is daar dan ondertussen mee vertrouwd geraakt. Vooral Todesstunde krijgt zo een veelvoud aan expressies. Opvallend is ook de aandacht die Niël richt op de laatste twee regels: nimm Abschied zegt de tekst, maar de muziek begint steeds opnieuw en kan (zelfs na een ‘generale pauze’) maar niet loslaten. En als het eindelijk zo ver is, komt nog de samenvatting van de eerste vier regels: Wie jede Blüte welkt . . . und darf nicht ewig dauern.