17.
Sonate für Cello
(1980)

Play

Na het voltooien van zijn opera en de perikelen die ontstonden in de nasleep van het huldigingsconcert (1978) bij zijn 60ste verjaardag werd Niël zodanig ziek dat hij het lesgeven moest opgeven. Uiteindelijk werd hij daarvoor geheel medisch afgekeurd. Wel begon hij langzaam aan weer te componeren. De cellist Jos Kamp stimuleerde in die tijd meerdere componisten om voor zijn instrument te schrijven. Bij Niël resulteerde dat in een drietal solo-sonates: voor cello, voor viool (zie 18) en voor altviool (gereed 1981). Op een van zijn reizen stuurde hij Kamp vanuit Locarno een brief met daarin aanwijzingen voor de interpretatie van de cellosonate: ‘het werk is solistisch (vrij van metronoom, niet van ritme!) en niet orkestraal (massaal, dus gebonden aan M.). Het is heel anders geworden (voor jou) en toch 't zelfde (voor mij).’ Na de uitvoering in de Sittardse muziekschool, waar moderne muziek ook werd gecombineerd met dans en met film, vroeg Kamp aan Niël om voor hem ook balletmuziek te componeren.
  • Bezetting: violoncello solo
  • Delen: 3 delen (cesuren ± 7′25 en ± 12′50)
  • Uitvoering: Alexander Petrasch
  • Opname: 18 maart 1985 Kasteel Hoensbroek. Cassette 11.
  • Uitgave: Donemus